Blog

Maandbericht mei 2016

Ouderbibliotheek

Tijdens de meivakantie zijn er op de gangen van de peuters en de kleuters twee mooie boekenplanken gemaakt. Daar vindt u een collectie boeken over onder andere antroposofie en pedagogie die u mag meenemen om thuis te lezen. Schrijf even uw naam op in het schriftje dat bij de boeken ligt. Als u het boek uit hebt zet u het weer terug en streept uw naam weg uit het schriftje. Veel leesplezier!

Niels

 

De vrijwillige ouderbijdrage, hoe staat het daarmee?

Bedankt!
Dit bericht begin ik met een woord van dank aan u. Vorige zomer stuurden wij u een brief waarin uitleg gegeven werd over een andere insteek ten aanzien van de vrijwillige ouderbijdrage. Dit schooljaar vroegen wij u om een basisbijdrage van € 400,- per kind. We hebben ouders wiens draagkracht dit bedrag te boven ging gevraagd om naar vermogen te schenken en draagkrachtige ouders om wat extra te schenken en, solidair aan degenen die dit bedrag niet kunnen opbrengen. Een spannende operatie omdat hierdoor minder duidelijk was wat we zouden ontvangen. Zou het meer of minder zijn dan we de vorige jaren van u ontvingen? Inmiddels is dat wel duidelijk geworden. Vele ouders hebben begin van het schooljaar zelf via de nieuwe web-based applicatie een toezegging gedaan. Wie niet reageerde op mails of brieven is gebeld. Dat heeft ertoe geleid dat praktisch alle ouders uiteindelijk een toezegging hebben gedaan en die ook zijn nagekomen. Dat is fantastisch! Toch hebben we minder geld binnen
gekregen dan we hadden verwacht, dit is dus ook een uitnodiging om een extra donatie te doen.

Waarvoor betaalt u de ouderbijdrage eigenlijk?
De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage die u als ouder aan de school doet in het vertrouwen dat de school daar mooi en goed vrijeschool onderwijs mee verzorgt. Rudolf Steiner sprak in dat kader over ‘schenkgeld’, geld dat het culturele en geestelijk leven mogelijk maakt. Met uw bijdrage geeft u ons de vrijheid invulling te geven aan het culturele en geestelijk leven op school. Maar hoe ziet dat er dan uit?

Binnen onze school zoeken wij steeds naar het ‘ware en het schone’. Dat onder andere zichtbaar wordt in ons mooie gebouw en haar inrichting met veel natuurlijke materialen (denk aan de houten vloeren en meubilair en het gebruik van natuurverven), kwalitatief hoogwaardige gebruiksartikelen (denk aan tekenpapier, potloden, waskrijt maar ook biologisch-dynamisch voedsel bij de kleuters). Het wordt ook zichtbaar in een ruim gevulde toneelkelder vol met mooie kleding voor de vele toneelstukken. Het is zichtbaar in de natuurlijke omkadering van ons gebouw, en het is zichtbaar in onze prachtige vleugel waar door professionele pianisten op wordt gespeeld tijdens koor- en euritmielessen. Deze zaken kosten extra geld.

Daarnaast staan wij voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Onderwijs waarin ieder kind zich naar eigen vermogen mag en kan ontwikkelen. Dat vraagt veel van de leerkrachten op het gebied van scholing en overleg, op het gebied van voorbereiding en opvolging. Het vraagt ook ondersteuning voor kinderen die even wat extra nodig hebben. Zeker de afgelopen twee jaar hebben we uren vrijgemaakt voor klassenassistentie. Op al deze gebieden gaan we vaak verder dan de overheidssubsidies ons toelaten.

Ten slotte hebben wij zo onze eigenheden als vrijeschool. Het schooljaar wordt gemarkeerd door de jaarfeesten waar we met elkaar zo veel plezier aan beleven en die ons een houvast bieden. Daarnaast vinden we het belangrijk om van buitenaf culturele activiteiten binnen onze school te halen, bijvoorbeeld door een jaarlijkse euritmievoorstelling voor de kinderen of het circus van vorig jaar. Om onze maatschappelijke relevantie als schoolbeweging goed voor het voetlicht te brengen en onze belangen te behartigen ondersteunen wij onze vereniging van vrijescholen jaarlijks met ons lidmaatschap. En afsluitend noem ik graag een kleine maar standvastige groep mensen binnen onze school, die wekelijks handelingen verzorgen en de school op die manier ook geestelijk extra ondersteunen.

Begrootte bedrag niet helemaal gehaald
De afgelopen jaren mochten wij steeds ruim € 150.000,- van u ontvangen. Veel geld waar wij de mooie dingen van kunnen doen zoals u hierboven hebt kunnen lezen. Overigens staan er nog voldoende belangrijke of zinvolle extra bestedingen op onze lijst. We zouden bijvoorbeeld graag nog meer ondersteuning bieden aan kinderen met een extra leervraag (en dat gaat zeker ook over hoogbegaafde kinderen) of extra speeltoestellen organiseren op het schoolplein.

Maar helaas is inmiddels duidelijk geworden dat het gemiddelde bedrag dat wij per leerling ontvingen met de nieuwe insteek € 35,- lager ligt dan voorgaande jaren, een tegenvaller van ongeveer € 15.000,-. Misschien was het richtbedrag van € 400,- te laag. Maar we wilden graag een bedrag voorstellen dat realistisch is voor wat wij gemiddeld per leerling uitgeven aan extra’s om ons onderwijs te kunnen vormgeven. We komen hierdoor niet acuut in de problemen, maar het betekent wel dat we heel kritisch moeten zijn in wat we wel en niet kunnen doen. In die zin is het een beperking van onze vrijheid. Misschien een kenmerk van deze tijd?

Extra toezegging?
Ik wil dit bericht echter niet negatief eindigen. Het is een prachtige dag, vanmorgen vierden we een heel fijn Pinksterfeest, er wordt op dit moment in onze grote zaal prachtig gezongen door de leerlingen van de bovenbouw, iedere week zijn er mooie toneelstukken van verschillende klassen, de school bruist, het schoolplein ligt er prachtig bij, de sfeer op school is goed en wij zijn heel blij met u! Maar mocht u na het lezen van dit verhaal denken “toch jammer dat ik niet wat meer heb toegezegd, al was het maar die € 35,-” of “Goh, mijn vakantiegeld komt eraan en ik wil de school nog wel een extraatje geven” weet dan dat dat bijzonder wordt geapprecieerd. Wij doen er mooie dingen mee voor uw kind!

U kunt uw bijdrage aan ons overmaken door een storting te doen op rekeningnummer NL63RABO 0115 3897 33 t.n.v. Stichting Vrije Scholen Zuidwest Nederland, o.v.v. “extra donatie onderbouw”

Niels

 

Het jonge kind

Het jonge kind; puur, enthousiast, speels en paradijselijk. Het is fijn werken met ze. Door kleuters te laten spelen en bewegen, door gewoontes aan te bieden en ze iets van verwondering en plezier te laten ervaren in de klas, helpen wij peuter- en kleuterjuffen ze om in hun lijf (basis) te komen. Waarom vinden we dat op de Vrije School belangrijk? En hoe komen we aan die ideeën? Er zijn mensen die de antroposofie van Rudolf Steiner vertalen naar onze tijd. Zo was op 2 november Edmond Schoorel op onze school om over het jonge kind te vertellen. Schoorel is een antroposofisch kinderarts en verbonden aan het Therapeuticum te Zeist. Normaal gesproken is hij een bevlogen en begrijpelijk spreker, maar deze keer was het moeilijker. Daarom heb ik die voordracht ter inspiratie en leidraad gebruikt om een artikel over het jonge kind te schrijven.

De 3x zevensjaars periodes
In de antroposofie verdelen we het leven of de ontwikkeling van de mens in perioden van zeven jaar*. Dit menswordingsproces is een geleidelijke ontwikkeling en stopt niet op het 18^e of 21^e jaar wanneer het kind officieel volwassen is. Elke periode heeft zijn eigen karakter. In de eerste periode tot het 7^e jaar, wordt het fysieke lijf opgebouwd en staat het kind open tegenover de buitenwereld. In de tweede periode betreedt het kind de mensenwereld en heeft een eigen wereld. In de derde periode zoekt het zichzelf en treedt naar buiten als jong mens. In het kort worden deze drie fasen hieronder besproken.

De eerste stap tot menswording is in het eigen lijf komen (of incarneren). Het kind wordt geboren, maar is dan nog niet helemaal met zijn lichamelijkheid verbonden. Als het kind zich in de eerste jaren goed hecht in zijn/haar lijf, heeft het een goede basis voor het verdere leven. De wereld is nog paradijselijk en het kind treedt de wereld in vertrouwen tegemoet. Het leert door nabootsing en ervaren. De zintuigen zijn open, zodat het kind de wereld leert kennen via die zintuigen: tastzin, pijnzin (levens-zin), bewegingszin (spierzin), evenwichtszin, reuk, smaak, zien (gezicht) en temperatuurzin. De baby en peuter leert en ervaart vooral met en door de eerste 4 zintuigen. De kleuter zit aan het einde van de eerste periode van zeven jaar en beleeft ook de volgende zintuigen en hecht zich in zijn/haar lijf. In de kleuterklas is er daarom veel aandacht voor bewegen, spel, fantasie en verhalen met een geestelijk aspect of oer symboliek als in sprookjes. De eerste periode wordt
afgesloten met de tandenwisseling en dan is het kind met zes of zeven jaar leerrijp. De beweging die bij deze periode hoort is er één van buiten naar binnen.

De tweede periode tussen het 7^e en 14^e jaar is om tussen de mensen te komen. Het kind wordt in een gezin geboren en de groep om het kind heen, breidt zich uit. Zo rond het zevende jaar komt het losser te staan van zijn moeder (ouders), heeft het minder bescherming nodig en krijgt het meer oog voor zijn/haar omgeving als vriendjes en (sport)clubs. Doordat het kind zich met zijn omgeving verbindt, wordt het een medemens. Het kind kan zich alleen dan met de wereld verbinden doordat het een eigen (binnen)wereld heeft. Hij is de koning van zijn wereld. In deze fase hebben taal en spraak een belangrijke betekenis. Logisch omdat het verbinden met de medemens in onze maatschappij vooral gaat via de communicatie. (Rudolf Steiner benoemt het gehoor en de spraak als hogere zintuigen van de waarneming.) De beweging die hierbij hoort is naar binnen en naar buiten.

De derde periode speelt zich af in de puberteit van 14 t/m 21 jaar. De puber treedt naar buiten en de ander als individu wordt gezocht. Maar hij/zij verbindt zich nu ook met zichzelf en dat heeft hij daarvoor dus nog niet gedaan. De puber krijgt verantwoordelijkheid en ontdekt of realiseert zich wat zijn lot is (waarvoor hij/zij op aarde gekomen is). Zijn interesses breiden zich uit en hij verbindt zichzelf ergens mee. Dat kan iets heel anders zijn dan hij/zij van huis heeft meegekregen of de ouders willen. De hogere zintuigen van de voorstelling of denkzin en het ik-zin horen hierbij. Het debat of de discussie is in deze periode dan ook geliefd. De beweging die bij de derde periode hoort is van de kern naar buiten.

De incarnatie van het kind
Een mens kan op twee manieren op aarde incarneren (in zijn lijf komen). De eerste is van boven (de geestelijke wereld) naar beneden en vindt plaats via de zintuigontwikkeling. De tweede is van beneden naar boven en heeft met de herstelkracht van de nacht te maken. Deze twee manieren of stromen vinden allebei plaats. Soms is een stroom iets duidelijker, maar voor de duidelijkheid: er zijn niet twee soorten kinderen. De twee manieren worden hieronder besproken.

De eerste manier van boven naar beneden heeft met de dag en wakker worden in de (12) zintuigen te maken. Via de zintuigwaarneming in de eerste twee levensjaren (tast, pijn, beweging, evenwicht, reuk, smaak, zien, temperatuur) ontdekt het kind de wereld. Wat buiten hem is, is als binnen een gewaarwording. Als de binnenwereld op orde is dan komen prikkels niet direct binnen, maar blijven het indrukken. Bij gevoelige kinderen komen prikkels wel direct binnen. Met 2½ zegt het kind ‘ik’ en komt het in een nieuwe fase. Peuters hebben een zich ontwikkelende binnenwereld en kunnen de dingen en gebeurtenissen gaan ‘begrijpen’ of herkennen met hun hart of lijf. Het leven resoneert met hun innerlijk. Ze snappen het leven echter nog niet met hun hoofd, want het denken hoort thuis in de 2^e zevensjaars periode! Deze fase duurt tot ca. het 5^e jaar en hierbij zijn de gewoontes belangrijk. Rituelen en dingen die steeds hetzelfde gaan, is voor het kind prettig en maakt het leven gemakkelijk
alsof het stroomt. Vaste regels helpen hem/haar om de wereld op zijn niveau te begrijpen. Daarom is in de peuter- en kleuterklas veel aandacht voor gewoonten* en gewoontevorming (en wil een kind thuis bijv. steeds hetzelfde boekje lezen). Daarnaast is het voor een kind belangrijk om de wereld te ontdekken en leren kennen via spel. Spel is een veilige manier om het leven te leren begrijpen met je lijf. Alle problemen worden spelend opgelost en ondeugend zijn mag als oudste kleuter. Cognitief begaafde kinderen die hier een fase overslaan kunnen later problemen krijgen met het begrijpen. Ze hebben de wereld onvoldoende ontmoet en hebben geen innerlijk referentiekader waardoor het begrijpen later moeilijk is. Aan het einde van deze fase hebben kleuters genoeg zelfvertrouwen opgebouwd en begrijpen ze de wereld voldoende, om te (durven) logeren. Vanaf het vijfde jaar kan het kind enige verantwoordelijk aan; het kan kleine taakjes uitvoeren en helpen met de dagelijkse dingen in huis
of de klas. Het is fijn voor ze om te ervaren dat ze iets kunnen. Ze gaan nu ook oefenen in eerlijk zijn en liegen. Daarnaast komt er een bewustzijn in tijd (morgen, vanmiddag, wanneer jarig etc.). Deze wakkerheid en vermogens hebben ze nodig bij het leren in de eerste klas.

Niet alleen antroposofen zien het belang in van gewoonten. Ook de bekende schrijfster Gretchen Rubin benadrukt het voordeel van gewoontevorming: Je brein wil gedrag in gewoonten gieten omdat dit ruimte schept om over ingewikkelde, nieuwe of onverwachte dingen te denken. Zo kun je bezig zijn met een artikel schrijven en tanden poetsen… want tanden poetsen is een gewoonte. Peuters moeten nog nadenken over lopen, iets oppakken of de trap beklimmen. Kijk alleen al hoeveel tijd ze aan het aantrekken van hun jas besteden! Gewoonten maken je brein beschikbaar voor hoger werk, omdat iets anders min of meer vanzelf gaat.

De tweede manier om te incarneren is de nachtstroom van beneden naar boven en dit is wat minder bekend. In de nacht zijn we volgens Schoorel allemaal wijs. Alles wat in de dag is misgegaan, wordt in de nacht hersteld. Het kind wordt ’s morgens weer fris wakker en brengt gratis gezondheid en wijsheid mee voor een nieuwe dag. Deze wijsheid zit in de orgaanwereld, die heel complex is. Hierin werken bioritmes en de kosmische herstelkrachten op het lichaam. In de slaap of vanuit zijn/haar droomwereld neemt het kind denkbeelden mee. Het is daarom belangrijk dat we als ouders de slaap niet in de war sturen, zodat deze nachtelijke processen goed plaats kunnen vinden. Alcohol (voor de volwassene), medicijnen, licht en straling (denk aan mobieltje of computer) werken verstorend. In de nacht is er het slaapbewustzijn van de stofwisseling. De organen en fysieke processen herstellen zich en de kern of ziel bevindt zich in de geestelijke wereld of droomwereld. Dit onbewuste eindigt in
bewuste voorstellingen als afbeeldingen of spiegelbeelden in de hersenen. Het jonge kind denkt nog niet in woorden en begrippen maar in beelden. De fantasie en het spel zijn belangrijk en overdag wordt het spel soms even stilgezet, zodat er een nieuw denkbeeld kan ontstaan. Sommige kleuters spreken dit ook uit. Een zekere rijping vindt plaats rond het 5^e jaar. In deze periode worden de tekeningen mooier en ingewikkelder en worden hun innerlijke beelden objectiever en abstracter. Dat abstracte vermogen en een rijk innerlijk beeldmateriaal heeft het kind nodig voor het ‘echte’ leren..

De 7 x 3 jaarsfases
Dwars door de zevenjaars periodes loopt de ontwikkeling in fases van drie jaar. Voor het jonge kind gaat het dan om de fase van 0 t/m 3 jaar en van 3 t/m 6 jaar. In de eerste drie jaar heeft het kind nog iets paradijselijks; een innerlijk religieus of heilig besef. Het is nog verbonden met de geestelijke wereld. Het is rustig in het lopen en het denken en willen is in ontwikkeling. Net voor het derde jaar gaat het ‘ik’ zeggen. De tweede fase is die van het spelen en bewegen. Rond het zesde jaar* vindt de tandenwisseling plaats, krijgt het zijn eerste vaste kiezen en wordt het kind schoolrijp. Die nieuwe kiezen zijn door hemzelf (zijn eigen stofwisseling) gevormd. Het kind gaat zich vervelen en dingen stom vinden. Voor een ouder en juf is het belangrijk om dit vervelen toe te staan; daarna (of daaruit) kan weer iets nieuws ontstaan. Met 9 jaar is daar een nieuw overgangsmoment. Het kind wordt wakker in zijn omgeving en alles is niet meer rozengeur en maneschijn. Voor sommige
kinderen is dit een moeilijke periode. In de fase van 12 jaar t/m 15 jaar start de puberteit en is het kind gevoelig voor drank en verstrooiing. Met 18 jaar krijgt het kind stemrecht en mogen ze (met rijbewijs) alleen een auto besturen. De hersenontwikkeling is met 18 jaar nog niet klaar; die rijpt uit t/m 24 jaar. Als laatste hoogte of dieptepunt is daar dan het 27ste jaar. Niet voor niets sterven er op die leeftijd artiesten en lopen hoogbegaafden dan vast. Als in de basis onvoldoende opgebouwd is, wordt of is het leven dan moeilijk(er).

Nachtmerries
Voor wie bij de lezing aanwezig was, herkent de vraag die op het einde van de avond aan Schoorel werd gesteld. Nachtmerries horen volgens Schoorel bij kinderen/mensen. ’s Nachts worden de belevenissen en indrukken van overdag verwerkt via dromen, stofwisselingsprocessen of er ontstaan er nieuwe beelden. Daarbij maakt het niet uit hoe diep men slaapt. De diepe slapers lijken soms helemaal ‘los’ van hun lichaam. Overdag kan een kind iets besluiten, wat invloed heeft op de nacht; opeens zindelijk zijn, of – ingeval een ouder kind – om zelf de dromen te sturen. Soms lijkt het kind ’s nachts in de war, maar blijkt er overdag geen last van te hebben. Als arts schrijft Schoorel bij nachtmerries regelmatig Natura voor. Een plant die stinkt, een innige verwantschap heeft met onraad en gevaar en werkt op de nachtelijke stofwisseling. Als natuurgeneeskundige geef ik één of meerdere bloesemremedies (o.a. Terra en Bescherming). Ouders kunnen zelf helpen door een engelsteen naast het bed
te leggen, de dag terug te vertellen (wat er beleefd is), spanning overdag te verminderen, kinderen te masseren en/of het licht in de kamer te dempen.

Gevoelige kinderen
Tegenwoordig zijn er veel gevoelige en allergische kinderen en daar ging de tweede vraag over. Alle kinderen worden geboren met een interesse in de wereld of de aarde. Sommige kinderen hebben een (grote) angst om die wereld te ontdekken. Het kind kan die angst overwinnen door de zintuigontwikkeling. Als de wereld ontdekt wordt via het aanraken, ruiken, horen, zien, bewegen en pijn, kan het die wereld lijfelijk gaan begrijpen en vertrouwen. Gevoelige kinderen blijven in de angst zitten het ontbreekt ze aan moed of gretigheid. Een aantal trekt zich terug en een aantal ‘overschreeuwt’ zichzelf en is druk. Bij terugtrekken naar binnen kan de wereld niet ontmoet worden en de drukke kinderen laten de wereld niet binnen komen, omdat de grens ver buiten zichzelf gelegd wordt. Schoorel adviseert om deze kinderen opnieuw te laten waarnemen en te masseren. Door massage spreek je de eerste zintuig de tast aan. Veel gevoelige kinderen vinden dat onprettig en dan is het zoeken naar een
vorm van aanraken die ze wel prettig vinden (zacht, stevig, voeten, rug, met olie, via stoeien etc.) of ritmische massage (antroposofische fysiotherapie). Als de stap van de tast overgeslagen wordt, dan neemt het kind volgens Schoorel de gevoeligheid mee. In de peuter- en kleuterklas kan een juf ouders van gevoelige kinderen adviseren om een wollen, wolzijden of zijden hemd te dragen. Zowel wol als zijden geeft het kind een extra laagje of huid, zodat de prikkels minder vaak of heftig binnenkomen. De Vrije School past goed bij gevoelige kinderen en heeft heel wat expertise in huis om die kinderen goed te begeleiden, zodat eruit komt wat ze in zich hebben. Als natuurgeneeskundige zie ik in mijn praktijk veel hoogsensitieve kinderen die niet lekker in hun vel zitten. Natuurlijke middelen, homeopathie en Bloesemremedies werken bij deze kinderen erg goed. De kinderen met complexe vragen of raadsels (of die meer nodig hebben dan school kan bieden), worden doorverwezen naar het
Therapeuticum in Zoetermeer of Zeist. Zij hebben veel kennis en mogelijkheden in huis, om ouders en kinderen verder te helpen.

Marion Vreugdenhil
Kleuterjuf & natuurgeneeskundige

Meer lezen:
·         Bernard Lievegoed  De Levensloop van de mens duidelijk antroposofie.
·         Edmond Schoorel De eerste Zeven jaar
·         Hermann Koepke & Tineke Croese Kind van Zes
·         De magazines VOK: Vrije Opvoedkunst of Rondom het Kind

 

Project zangers gezocht voor Cantamus Alati!

Het koor Cantamus Alati bestaat dit jaar 60 jaar! En dat betekent dat we een jubileumconcert geven. Dit concert vindt plaats op zaterdag 1 oktober 2016 in de Agneskerk te Den Haag.
We zijn blij dat we dit jubileum gaan vieren en willen dat uitbundig doen. Het koor is springlevend. Steeds weer zijn er nieuwe, jonge koorleden die zich bij ons aansluiten en het enthousiasme van het zingen, de klank, sfeer en betekenis van mooie muziek weten over te brengen. Om ons jubileum luister bij te zetten is een Haagse componist, Nico de Rooij, gevraagd een stuk te schrijven waarin de zee een belangrijke rol speelt, the Rime of the Ancient Mariner. Nico heeft dit stuk in 1998 gecomponeerd ter gelegenheid van het 75 jarig jubileum van de Vrije School. Voor ons jubileum heeft hij het opnieuw geredigeerd. Op dit moment wordt er een orkestpartij bij geschreven. Daarnaast zingen we een ander stuk, The Mirror of Perfection, van Blackford.
De geschiedenis van het koor gaat terug tot 1956 toen het Ouder- en Vriendenkoor werd opgericht onder leiding van de toenmalige dirigent Willem Bruning. De koorleden waren destijds allemaal ouders en vrienden van de Vrije School. Later kwamen er ook kinderen van de Vrije School bij. Misschien heeft u vroeger ook wel in het Vrije Koor school gezongen. Dan is het extra leuk om nu weer mee te doen! Wekelijks zingen we op donderdagavond onder de bezielende leiding van Kees van der Linden. Hij weet ons elke week weer opnieuw te inspireren en het beste uit onszelf te halen.
Voor ons jubileumconcert zoeken wij nog enthousiaste zangers en zangeressen. Heeft u zin om mee te zingen, meld u dan aan! Dat kan bij Toos van der Smit, secretaris van Cantamus Alati:

Als projectkoorlid woont u 12 repetities bij:
19 en 26 mei
2, 9, 16, 23 en 30 juni
25 augustus
1, 8, 15, 22 en 29 september

Generale repetitie en jubileum concert op 1 oktober 2016
Kosten € 75,- voor de repetities en € 40,- voor muziek en oefen-cd.
27 en 28 augustus is er een koorweekend in Beekbergen, we vinden het erg leuk als u mee gaat.