Klas 4

Leerstofoverzicht

De kinderen horen in de vierde klas de verhalen uit de oud Germaanse mythologie, beschreven in de Edda. Het gaat over de goden die strijdend tegen de reuzen ten ondergaan, waarna een nieuwe wereld kan ontstaan.  

Taal 

In de taalperiodes wordt het reciteren van de gedichten met het stafrijm (beginrijm) geoefend, ondersteund door beweging. De kinderen oefenen verder aan een goed leesbaar lopend handschrift. Bij het schrijven van de eigen verhalen en gedichten is er veel aandacht voor de vorm en inhoud. Ook beginnen we met het schrijven van brieven. De spellingsregels worden systematisch geoefend met gebruik van de methodiek van Jose Schraven (Staal). In de grammatica komen woordsoorten aan de orde en worden de kinderen zich bewust van de verschillende tijden (de werkwoordsvormen). Naast het beoefenen van de leesvaardigheid, wordt er ook gewerkt aan het begrijpend lezen van meer informatieve teksten en houden de kinderen een eerste spreekbeurt en boekbespreking. 

Rekenen 

Het hoofdrekenen wordt verder uitgebreid. De kinderen oefenen om met grote getallen te rekenen en leren verschillende rekenstrategieën kennen en toepassen. Bij het cijferen komen de standaardprocedures aan de orde. Een echt nieuw onderwerp dat aan bod komt, zijn de breuken. De één als geheel wordt op tal van manieren gedeeld en weer samengevoegd. Zo leren de kinderen de stambreuken kennen en later ook de andere breuken. Ook nieuw dit jaar is het meten. Vanuit concrete situaties en het doen leren de kinderen het metrieke stelsel kennen. De lessen worden ondersteund met materiaal uit de methode Rekenrijk.  

Aardrijkskunde 

De aardrijkskunde in de vierde klas kent een aardrijkskundig en geschiedkundig aspect, uitgaande van de verbondenheid met de eigen woonomgeving. Het is een eerste oriëntatie in ruimte en tijd. De kinderen tekenen plattegronden en kaarten met de kenmerken van het landschap en leren de windrichtingen. Landschapsvorming van de omgeving (duinvorming) en van Nederland komen ook aan bod. Daarnaast leren de kinderen over het ontstaan van de stad Den Haag. 

Mens en dierkunde 

Vanuit het beeld van de veelzijdige mens komen de dieren aan bod in hun eenzijdigheid en specialiteit, klimmen, graven, rennen, vliegen etc. Steeds staat de bijzonderheid van het dier in relatie tot de mens centraal. De verschillende dieren worden ook geboetseerd, geschilderd en getekend. Zo leren de kinderen naar de verhoudingen te kijken en ontdekken zij de karakteristieke vorm van het dier. Ook wordt er zelfstandig een werkstukje over een dier gemaakt. 

Vormtekenen, tekenen en schilderen  

De kinderen leren de vlechtmotieven (kruisvormen) te maken. Naar aanleiding van de dierkundeperiode is er aandacht voor het leren waarnemen en schetsen van dieren. Vanuit kleurstemmingen ontstaan vormen, landschappen en bijvoorbeeld dieren. De aardekleuren (bruin etc.) doen hun entree. 

Vreemde talen 

Door middel van liederen, gedichten, kleine toneelstukjes en gesprekken wordt gewerkt aan het bestendigen en uitbreiden van de woordenschat, aan de uitspraak en de spreekvaardigheid. Voor het eerst wordt er ook schriftelijk gewerkt. 

Euritmie 

Dit jaar wordt het alfabet verder geoefend. Het klankengebruik wordt afgestemd op de inhoud en het karakter van het woord. De verschillende kruisingen, zowel in de ruimte, als in de voeten en in de armen, worden veelvuldig geoefend. Ook wordt er gewerkt aan het stafrijm. In de tooneuritmie wordt de toonladder van c groot aangelegd. 

Lichamelijke opvoeding 

In de vierde klas worden de grondvormen van het bewegen verder uitgebouwd. De koprol wordt zweefrol, het duikelen aan de ringen wordt zowel voorover als achterover geoefend en steunspringen tussen twee situaties door, wordt springen over een kast. Tijdens spelvormen worden regels complexer en wordt er steeds vaker om punten gespeeld. 

Muziek 

Het blokfluiten wordt verder geoefend en het notenschrift wordt geïntroduceerd. De kinderen leren het zingen in canon en verschillen in stemming van mineur en majeur herkennen. Daarnaast komen maat- en ritmeoefeningen aan de orde. 

Handwerken  

In de vierde klas leren de kinderen de kruissteek. Het borduren van de kruissteken vraagt uiterste concentratie en nauwkeurigheid. Alle kruisjes moeten dezelfde richting hebben. In een naaldenmapje worden alle richtingen geoefend. Daarna worden eigen ontwerpen geborduurd o.a. op een etui.