Klas 2

Leerstofoverzicht

Vertelstof 

In de tweede klas worden fabels en legenden verteld. In de fabels houden de dieren ons een spiegel voor door hun eenzijdigheid en uitvergrote eigenschappen. De legende handelt over mensen die tot inzicht zijn gekomen. Historische heiligen zoals St. Franciscus, Christophorus en Elisabeth van Thüringen komen aan bod. Zowel uit de fabels als uit de legende spreekt een natuurlijke moraal, waarbij een oordeel over goed en kwaad onuitgesproken blijft. 

Taal en toneel 

Het lopend schrift vervangt dit jaar de blokletters. Veel aandacht is er voor de juiste schrijfhouding en de pengreep. Ook worden dit jaar stappen gezet in het zelf stellen en het onder de knie krijgen van de eerste spellingsregels. Door het hele jaar heen, inclusief twee periodes tutorlezen met de vijfde klas, oefenen de kinderen het technisch lezen. Door gedichtjes, ritmische oefeningen, reciteren en toneelspel worden het spreken en de uitspraak ontwikkeld. In de toneelperiodes leren de kinderen hoe ze een verhaal door spel en gebaren kunnen ondersteunen en beleven. In de tweede klas is er meer gelegenheid voor kleine individuele stukjes tekst of andere bijdragen. 

Rekenen 

De getallenwereld wordt uitgebreid naar 100. De kinderen leren de getal structuren en rekenen met de vier hoofdbewerkingen. De tafels van vermenigvuldiging worden aangeboden en getallenreeksen worden met bewegingen geoefend. De jaargetijden, de maanden, de dagen van de week en het klokkijken worden behandeld. 

Heemkunde 

Deze periodes stimuleren de kinderen om tot een bewustere en fantasievollere verbinding met de eigen omgeving te komen. In de twee heemkundeperiodes (vaak in de herfst, over de bomen en in de lente over de bijen) maken de kinderen een verkenningstocht door de natuur aan de hand van verhalen, knutselwerkjes, liedjes, gedichtjes, tekeningen en wandelingen. 

Vreemde talen 

Spelenderwijs wordt er gewerkt aan de juiste uitspraak en woordenschat door middel van versjes, liedjes en spelletjes. Vraag- en antwoordspelletjes in de vorm van toneelstukjes worden afgewisseld met vraaggesprekjes over de naam van dingen of mensen, hoe je heet, hoe oud je bent, wanneer je verjaardag is enzovoort. 

Schilderen, tekenen, vormtekenen 

In de tweede klas proberen we de grondstemming te zoeken uit beelden van de fabels of legenden. De kinderen leren de complementaire kleuren beleven en met begrensde en onbegrensde vlakken te werken. Bij het vormtekenen leren de kinderen vormen te spiegelen. 

Euritmie 

Bij gedichten en vertellingen, waaronder fabels en heiligenlegenden, worden euritmische gebaren gevormd, waarin stemmingen en karakters van dieren tot uitdrukking worden gebracht. Door het lopen van vormen en door behendigheidsoefeningen, oefenen de kinderen verder hun ruimtelijke – en lichaamsoriëntatie. 

Handwerken 

In de tweede klas wordt het haken en borduren aangeleerd. Eerst een koord, daarna met een combinatie van lossen en vasten een ballennet. De kinderen borduren een zelfontworpen spiegelvorm in steelsteken op hun gymtas. 

Muziek 

Dit jaar komt er ook in de muzieklessen meer wakkerheid en bewustzijn. Er is meer ruimte voor eigen initiatief, bijvoorbeeld in het meedenken over welk instrumentje goed bij een liedje zou passen. Zowel wisselzang en echo-liedjes die het luisteren en de ontmoeting bevorderen, als de liedjes die een verstilde stemming van verwondering en eerbied oproepen, komen aan bod.